Meesturen vooroverleg omgevingsvergunning

Eenvoudig vooroverleg

Bij een eenvoudig vooroverleg (planologische toets, welstandstoets en toetsing andere bouwplannen) wordt gekeken of het project past in het bestemmingsplan. In het bestemmingsplan staan de afmetingen van het gebouw en het soort gebruik. Ook wordt er gekeken of het plan voldoet aan de welstandseisen. Dit zijn de regels voor hoe een gebouw eruit moet zien. 

Bij de aanvraag moet u de volgende gegevens meesturen:

  • Plattegrond van het terrein met alle bouwwerken die daar op staan: 
    • Op de tekening moet de situatie staan zoals die nu is, en ook de situatie nadat u het plan heeft uitgevoerd
    • Van alle bouwwerken moeten de afmetingen worden aangegeven (hoe lang, breed en hoog)
    • De afstand tussen de bouwwerken en het terrein van de buren moet zijn aangegeven
  • Bouwtekening met afmetingen (hoe lang, breed en hoog):
    • Plattegronden van de bestaande en nieuwe situatie van de bouwwerken
    • Geveltekeningen van de bestaande en nieuwe situatie van de bouwwerken, waarbij de hoogte duidelijk is aangegeven
    • Doorsnedes van het gebouw en van belangrijke aansluitingen
    • Op de tekeningen moet te zien zijn hoe uw plan aansluit op de gebouwen die er al staan
    • De kleuren en materialen die aan de buitenkant worden gebruikt. Als het kan in RAL-kleuren (standaardkleuren volgens een codering, aangegeven met een nummer)
  • Kleurenfoto’s van waar u gaat bouwen en van de omgeving
  • Overzicht van de kosten van de uitvoering van uw plan
  • U kunt nog meer bijlagen meesturen om duidelijker te maken wat u van plan bent
  • Bij een monument: foto’s in detail van de monumentale onderdelen (binnen en buiten) en detailtekeningen van belangrijke delen van het bouwwerk

Vooroverleg met stedenbouwkundige beoordeling

Bij een vooroverleg met stedenbouwkundige beoordeling (beperkte en uitgebreide stedenbouwkundige toets) wordt gekeken of het project past in het bestemmingsplan. In het bestemmingsplan staan de afmetingen van het gebouw en het soort gebruik. Ook wordt er gekeken of het plan voldoet aan de welstandseisen. Dit zijn de regels voor hoe een gebouw eruit moet zien. Als uw project niet in het bestemmingsplan past, wordt meteen onderzocht wat de kansen zijn dat toch een vergunning verleend kan worden. Daarvoor beoordeelt een bestemmingsplanspecialist (stedenbouwkundige) uw plan.  

Als de stedenbouwkundige het advies alleen kan doen, dan is het een beperkt stedenbouwkundig advies. Daarvoor moeten extra kosten betaald worden. Als de stedenbouwkundige voor het advies andere specialisten nodig heeft, dan is het een uitgebreid stedenbouwkundig advies. Ook daarvoor moeten extra kosten betaald worden. 

Het kan zijn dat er extra gegevens nodig zijn bij een stedenbouwkundige beoordeling. Uw architect of bouwkundig adviseur kan u hierbij helpen. 

Vooroverleg met uitgebreide bouwplantoets

Bij een vooroverleg met uitgebreide bouwplantoets wordt gekeken of het project past in het bestemmingsplan. In het bestemmingsplan staan de afmetingen van het gebouw en het soort gebruik. Ook wordt er gekeken of het plan voldoet aan de welstandseisen. Dit zijn de regels voor hoe een gebouw eruit moet zien. Daarnaast wordt er ook een ander onderdeel of activiteit beoordeeld. 

Wij raden u aan dit vooroverleg alleen aan te vragen in overleg met uw architect of bouwkundig adviseur. Voor dit vooroverleg worden extra kosten gerekend. Het kan zijn dat er extra gegevens nodig zijn. Uw architect of bouwkundig adviseur kan u hierbij helpen.

Milieutoets 

De volgende stukken moet u meesturen als u een milieutoets wil aanvragen: 

  • Plattegrond met de bestemming en de grenzen van het bedrijf
  • Beschrijving van de activiteiten van het bedrijf en (als nodig) een onderzoek van de risico’s van deze activiteiten voor de omgeving
  • De indeling, uitvoering, activiteiten en processen in het bedrijf en de technieken of installaties die daarbij gebruikt worden. Inclusief de manier waarop energie geleverd wordt 
  • De maximale productie van het bedrijf. Hierbij horen ook de maximale sterkte van de motor en de totale input van warmte (thermisch vermogen) van de installaties die het bedrijf heeft
  • De eigenschappen en grootte van de belasting op het milieu met een productie die het bedrijf normaal gesproken draait
  • Gegevens over grondstoffen en tussen-, neven- en eindproducten die gebruikt worden voor de activiteiten van het bedrijf
  • De hoeveelheden, natuurlijke eigenschappen, waaruit het bestaat en afkomst van de stoffen (afval, verontreinigde of schadelijke stoffen) die in het bedrijf omgaan 
  • De grootte met afmetingen (hoe lang, breed, hoog) van de opslag van gevaarlijke stoffen en/of afvalstoffen